Ik heb het genoegen om te werken op een grote locatie en daarmee zijn er doorgaans verschillende directe collega’s aanwezig. Als we niet druk zijn met het zien van cliënten, visites of allerhande overleggen houden we kantoor in de ruimte van de medisch behandelaars*.
In die ruimte wordt natuurlijk gewerkt en er is zeker ook ruimte voor een beetje gezelligheid. Het grote voordeel aan zo bij elkaar zitten, is dat je heel makkelijk even een inhoudelijke vraag kan stellen of overleggen. Dat gebeurt werkelijk de hele dag door en is voor deze beginnend verpleegkundig specialist bijzonder prettig.
Hoewel ik ook best vaak antwoorden, of een gefundeerde visie, paraat heb bij vragen van collega’s, zijn er logischerwijs ook dingen waar ik weinig zinnigs over kan zeggen.
Zo zat één van mijn collega’s vorige week eens naar een rijtje labwaarden te kijken en vroeg in alle serieusheid aan mij ‘is hier sprake van een beenmerg depressie?’ Nu is de geneeskunde nogal bijzonder complex omdat er nu eenmaal bijzonder veel is om rekening mee te houden. Tegelijk zit het doorgaans ook wel soort van logisch in elkaar en is het vaak best te beredeneren waar een term naar verwijst.
Het beenmerg is bijvoorbeeld betrokken bij de aanmaak van bloedcellen en als daar een depressie van aan de orde is, zal dat vast gevolgen hebben voor bepaalde aantallen van bepaalde bloedcellen. Daarmee is het best logisch om bij het woord beenmergdepressie te denken aan bloedarmoede ofwel anemie.
Anemie is echter een aandoening die nogal eens voorkomt en zo’n beetje een miljoen oorzaken kan hebben. Wederom zijn die oorzaken op zichzelf best te begrijpen maar omdat het zoveel is en allemaal op elkaar aangrijpt, begint het mij na de relatief eenvoudige oorzaken al snel te duizelen.
Toen mijn collega begon over beenmergdepressies heb ik even een blik op de lbwaarden geworpen maar mijn brein ging al snel met de term aan de haal. Er plopte een plaatje in mijn hoofd van een sip ogende rode bloedcel en ik opperde met een grijns een antidepressivum.
Mijn collega kon mijn hersenspinsel wel waarderen en we hebben ook nog even hartelijk gelachen om het beeld wat AI maakte toen ik het beschreef. Vervolgens is ze maar informatie gaan inwinnen bij een collega met meer verstand van zaken want mocht er inderdaad sprake zijn van zo’n depressie zal de psycholoog wellicht niet de meest logische optie zijn.