Het was gedragsvisite; een overleg op een afdeling met zorgmedewerker, psycholoog en in dit geval dus een verpleegkundig specialist. In zo’n overleg wordt besproken hoe het gaat met bewoners die qua stemming en/of gedrag wat ondersteuning nodig hebben.
Voorafgaand aan die gedragsvisite had ik me mogen melden in het ziekenhuis. De conclusie was dat het met de gebroken elleboog prima de goede kant op gaat maar dat er wellicht toch ook iets kapot is in de pols. Dat is niet direct een verrassing, maar wel balen. Want daarmee is het voorlopig gewoon nog niet klaar met het gekneus.
En heel eerlijk ben ik intussen zelf wel klaar met het gekneus. Het is ronduit frustrerend om zo onthand te zijn, hoewel het toch ook echt wel beter gaat dan een paar weken geleden. Het is ook niet fijn om niet goed te weten waar ik nou aan toe ben en dat die pols regelmatig zeurt, is nogal vermoeiend.
Aan het eind van de gedragsvisite zuchtte ik eens hartgrondig en dat ontging de collega’s aan tafel uiteraard niet. Ik vertelde me grumpy te voelen door die stomme arm waarop een van de collega’s constateerde dat lichamelijk ongemak toch ontzettend veel impact heeft op je gemoedstoestand.
Ze trok het ook nog even door naar onze zorgvragers. Die hebben immers nogal eens last van lichamelijke ongemakken, het is zeer invoelbaar dat ze dan soms wat nukkig reageren. Dat ik dat nu aan den lijve ondervind, is eigenlijk best een aardige eye-opener.
Gezien de situatie vind ik het heus legitiem om even grumpy te zijn, maar het levert me niet bijzonder veel op. Vandaar dat ik een poging deed om het van tijdelijke aard te laten zijn. Ik maakte een foto met flamingo’s, at een lekker broodje, een collega van de fysio versierde mijn arm met een gezellig gekleurd tape en aan het eind van de dag was ik weer in iets gezelliger doen.
Dan hoop ik verder dat ook die pols de komende weken verder opknapt en ben ik nu ervaringsdeskundige in grumpy gedrag door lichamelijk ongemak.