Die kinderen van ons hebben qua fietsen niet de meest gemiddelde staat van dienst vermoed ik zo. In het dagelijks leven is het allemaal weinig bijzonder, ze fietsen van en naar school, geregeld naar de sport en verder in en om de wijk.
Het bijzondere deel speelt zich meestal af in de vakanties als we weer eens besluiten om een bestemming per fiets te gaan bereiken. Nu leek dat voor de kids bij dit centerparcs tripje mee te vallen, ware het niet dat er toch een fietsdrager mee moest. De man ging immers per fiets naar het zuiden en aangezien zijn vehikel ook weer mee terug moet, laadde ik de drager achter op de auto.
Als ik dat dan toch deed, kon ik net zo’n een extra fiets meenemen en zo geschiedde dus ook. De man had vast al van te voren gezien dat er hier in de buurt een heuse col de beklimmen was en hem kennende bedacht ie ook dat de bijnapuberzoon dan best mee kon.
De groepzesdochter is tegenwoordig ook in het bezit van een racefiets want ze zette haar zinnen op wielrennen. Desondanks lieten we haar fiets nog maar even thuis want zo’n klim is best heftig en de afdaling ronduit slecht voor mijn moederhart.
Na rustig op te zijn gestaan, stapten de man en de bijnapuberzoon op de fiets en zo’n anderhalf uur later gingen de meisjes en ik er per auto achteraan. We haalden ze vlak onder het hoogste punt van col du Donon in. Ik moet zeggen dat ik ze er wel zeer cool uit vond zien en hoewel de bijnapuberzoon het best even moeilijk had, kwam ie toch mooi boven.
Het ijsje daar was welverdiend. De terugweg vond mijn moederhart stiekem spannend, maar de heren zijn heelhuids weer terug in het vakantiehuisje aangekomen. Ze waren zelfs eerder dan wij, want we deden een detour via supermarkt en tankstation.
Mijn oudste gup fietste vandaag op deze manier een kleine zestig kilometer met bijna negenhonderd hoogtemeters. Ik doe hem dat geloof ik niet zomaar na hoewel ik bijna geneigd ben het te gaan proberen. Ik vrees dat ik het in ieder geval niet sneller kan.