Op donderdagochtend was het al snel erg warm in de tent maar desondanks hadden we wat moeite met opstarten. De man was nog druk met de te fietsen route, de kids hadden niet zoveel zin, zo’n ochtend dus. Toen we dan eindelijk klaar waren voor vertrek bleek de achterband van de groepdriedochter lek, nog meer vertraging dus.
We hebben wel lekker ontbeten in het zonnetje, konden de spullen droog inpakken en we weten inmiddels dat de kleine zestig kilometer door naar Brugge afgelegd moest worden prima te doen is.
We wilden echter naar het frietmuseum daar in Brugge en dat gaf toch wat haast. De man besloot dat we door gingen trappen. De groepzesdochter blijkt een talent te hebben voor fietsen en haalde zonder problemen een gangetje van vijfentwintig kilometer per uur. De groepzevenzoon kreeg wat ondersteuning van de man en ik moest hard aan de bak om mijzelf en de groepdriedochter aangehaakt te houden.
Het resultaat mocht er zijn, want rond half vier kwamen we aan in een loeidruk Brugge. Ik ben daar uitgeteld op een terras gecrasht, de man en kids leerden over friet. En aten er uiteraard ook van.
Via een heuse Albert Heijn fietsen we nadien nog vijf kilometer naar de pop-up camping die we gelukkig vonden. Het is namelijk echt een fantastische plek helemaal gericht op kampeerders. Geen caravans of campers te vinden hier en dat is, in alle eerlijkheid, een verademing.
We hadden er een relaxte avond, sommigen van ons douchten zelfs onder de buitendouche. Waarschijnlijk bereiken we morgen de kust want de zee is echt niet ver meer.