Er is eigenlijk altijd wel ergens iets te doen over de stijgende zorgkosten en in het bijzonder die van de ouderenzorg, maar de laatste weken heb ik het gevoel dat die eeuwige ophef nog wat toenam. Wellicht logisch, met alle politieke toestanden die er spelen. Misschien is nu het goede moment om herrie te maken.
Het recent gevallen kabinet besloot tot bezuinigen en een zekere minister Helder, bepaald geen vreemde in de ouderenzorg, heeft haar best gedaan dat besluit daadwerkelijk door te voeren. In reactie daarop schreven verschillende groepen ouderenzorgorganisaties de afgelopen tijd brandbrieven. Die dan ook weer door allerlei clubs ondersteund werden.
Het ding is namelijk dat er steeds meer ouderen komen en dat de zorg die dat met zich mee brengt met steeds minder middelen moet worden geleverd. U snapt, dat gaat wringen. Sterker nog, het wringt al.
Het zou toch eigenlijk niet moeten kunnen dat de zorg voor een naaste met dementie iemand zo boven het hoofd groeide dat er welhaast sprake is van verwaarlozing. Of dat een dementie überhaupt pas aan het licht komt als iemand in het ziekenhuis belandt terwijl de situatie al veel langer onveilig was.
Dit soort situaties zijn niet zo zichtbaar en al helemaal niet hip. Vandaar de term gerontafasie; we hebben het met zijn allen veel te weinig over de zorg voor onze ouderen.
Natuurlijk is alle zorg belangrijk. In de eerste lijn achter de voordeur en bij de huisarts en ook in de derde lijn bij zeldzame en complexe ziekten en zorgvragers. Toch heb ik het gevoel dat de balans wel eens ontbreekt, dat er wat veel aandacht gaat naar de zeldzaamheden. Of wat veel geld naar betrekkelijk weinig winst in kwaliteit van leven.
Heel naïef ga ik het vallen van het kabinet dan toch maar beschouwen als een nieuwe kans. Een kans om de gerontafasie te behandelen en een stap te zetten om het te boven te komen. De brandbrieven tegen de bezuinigingen zijn een goed begin.
Want de zorg voor ouderen is toch zeker net zo belangrijk als die voor de rest van ons?!