Ooit, toen ik nog op het Jac P Thijsse college zat, heb ik bijzonder effectief een aantal rijtjes uit mijn hoofd gestampt. En ik kan me zo voorstellen dat ik niet de enige ben die ze nog kan opdreunen.

Mit nach bei seit von zu außer aus gegenüber

An auf hinter neben in unter vor schwischen

Zijn worden lijken blijken schijnen heten dunken voorkomen

Jeune jolie beau vieux petit gros grand long nouveau bon mauvais haut*

Wat er precies moet met deze rijtjes zou ik niet zomaar kunnen vertellen, maar dat het iets met grammatica regels van doen heeft, is wel duidelijk.

Eigenlijk fascinerend dat dit soort, ik durf niet zo goed zinloze te tikken, rijtjes zo effectief in mijn geheugen gegrift staan. Samen met kinderen voor kinderen 1 tot en met 13 en een indrukwekkende lijst van telefoonnummers die inmiddels waarschijnlijk niet meer bestaan, houden ze een aanzienlijk deel van mijn opslagcapaciteit bezet.

De laatste dagen ben ik druk met het leren van nieuwe rijtjes en ezelsbruggetjes. Zo langzamerhand krijg ik wat meer vertrouwen in het idee dat ik ook wel door de vaardighedentoets zal rollen, het is daarbij wel handig om sommige dingen simpelweg paraat te hebben.

Laatst droomde ik er zelfs van:

Submentaal submandibulair pre-auriculair retro-auriculair voor m. SCMD supra-claviculair infra-claviculair achter m. SCMD occipitaal

ALTIS aard locatie tijd intensiteit samenhang

SCEGS somatisch cognitief emotioneel gedragsmatig sociaal

Ik ben nu dus erg benieuwd of ik later, als ik een doorgewinterde verpleegkundig specialist ben, met dezelfde weemoed terug ga denken aan de rijtjes die ik nu aan het leren ben.

Sowieso ben ik benieuwd of ik ze ga onthouden want ik durf wel te beweren dat mijn brein nu een beetje anders functioneert dan vijfentwintig jaar geleden.


* de correcte spelling van al deze woorden moet u me maar te goede houden