Zo’n beetje een maand geleden kreeg ik de vraag van één van de receptionistes waarom ik eigenlijk nog nooit over hen had geschreven. Een boeiende vraag, zo vond ik, want ik had eigenlijk geen idee. Het is namelijk niet zo dat de facilitaire diensten niet zie.
Het gebeurt bepaald geregeld dat ik langs de receptie loop omdat er weer eens iets organisatorisch aan de hand is wat ik gewoon niet weet. Of, laten we eerlijk zijn, wat ik wegens andere zaken die voorrang eisen niet voor elkaar krijg. En ik word eigenlijk altijd verder geholpen, hoe fijn is dat.
Toen vandaag een meneer van de klussendienst de afdeling waar ik stond op kwam om de tuin stormklaar te maken (er werd nogal onstuimig weer voorspeld), moest ik weer denken aan de vraag van de receptioniste.
De ondersteunende diensten zijn simpelweg onmisbaar. De dames van de receptie, van de schoonmaak, van de logistiek en de klussendienst zorgen er voor de dat wij van de zorg kunnen zorgen en zonder hem zou het hele proces binnen een dag volledig vastlopen.
De flair waarmee al die medewerkers hun werk doen is bewonderenswaardig. De meesten kunnen inmiddels uitstekend omgaan met de soms toch op zijn zachtst gezegd bijzondere manier van doen van mensen met dementie. En het opvangen van alle vragen en telefoontjes bij de receptie lijkt me ook al geen sinecure.
Een categorie apart daarin is wellicht de ict. Ook onmisbaar, wel een beetje anders. Ik kan me zo voorstellen dat de ict-ers geregeld doodmoe worden van de zorgmedewerkers en andersom geldt dat ook. Aangezien we de komende jaren echt alleen maar meer met ict moeten, is het wellicht goed om daar eens iets aan te doen.
Terug naar de beginvraag; waarom schreef ik nooit over de ondersteuning van de zorg. In ieder geval niet omdat ik het niet zie of waardeer, eerder omdat ik wat meer gefocust ben om het primaire zorgproces en mijn eigen belevenissen. Mijn waardering hebben ze!