Het is nooit een goed teken als er ‘s morgens tussen zeven en half acht berichtjes binnenkomen in de klassenapps. Het gebeurt de laatste tijd geregeld dat blijkt dat er een leerkracht ziek is, en de tijd dat daar vervanging voor te vinden is, is echt voorbij. Laat ik voor de zekerheid nog maar even zeggen dat ik dat de school geenszins aanreken, wat zij ondanks de grote tekorten toch voor elkaar weten te krijgen is wat mij betreft bewonderenswaardig.
Maar goed, er kwam op dinsdagochtend dus een berichtje van een zieke juf. En er was geen vervanging. Op de app ging het daarna meteen over online dingen die de kids konden doen, maar gezien de gruwelijke weerstand van de groepvijfzoon daartegen heb ik dat maar genegeerd.
Het gelukkige toeval wilde dat ik vrij had en dus hoefden we ons niet in gekke bochten te wringen om opvang te regelen. Omdat er afgelopen week ook al eens zo’n dag was, ging ik wel nadenken over het programma. Want af een toe een dagje extra thuis is best lekker, maar iedere week is nou ook niet nodig.
Het leek de groepvijfzoon een aardig idee om weer eens koffie te gaan drinken bij de opa’s en oma’s en ik kon me daar wel in vinden. Toen het spul nog wat kleiner was, deden we dat vrij regelmatig. Maar sinds ze op school zitten komt het er gewoon minder vaak van. De laatste jaren is het met alle regels sowieso ingewikkeld.
We deden braaf een zelftest en de groepvijfzoon kreeg voor de gelegenheid een mondkapje. Daarmee kon hij wel door als vrijwilliger had ik bedacht. Hij nam ook nog Lego mee om aan de opa’s en oma’s te laten zien en zo gingen we goed voorbereid op pad.
Ik was erg benieuwd hoe het mijn nogal sensitieve manneke zou vergaan zo op een afdeling voor mensen met dementie. Ik weet van mezelf dat ik als kind een keer behoorlijk onder de indruk was toen ik onverwachts werd geconfronteerd met een buurvrouw die aan Alzheimer leed.
De groepvijfzoon weet inmiddels vrij goed wat dementie inhoudt en hij zag het prima zitten. Toch merkte ik aan mezelf dat ik het wat spannend vond. Zou het niet te overweldigend zijn en kon hij zijn grenzen wel aangeven. Andersom was er natuurlijk ook de mogelijkheid dat hij bijvoorbeeld veel te enthousiast zou zijn of andersoortige onhandige reacties zou uitlokken.
Ik maakte me weer eens zorgen om niets. De groepvijfzoon ging gezellig bij twee oma’s zitten en ging zijn Lego laten zien. Die vonden dat op hun beurt weer erg leuk. Toen één van de dames zijn hand uitgebreid vastpakte wuifde de groepvijfzoon mijn zorgen definitief weg. ‘Nee hoor mam, als ze dit fijn vindt, vind ik het ook fijn’ stelde hij me gerust.
Zo was deze alternatieve dagbesteding eigenlijk heel succesvol. De opa’s en oma’s genoten ervan, en de groepvijfzoon zeker net zo hard. Hij had het echt gezellig gevonden en ik vond het erg mooi om te zien dat hij zo goed wist in te schatten hoe hij met de verschillende mensen om kon gaan. Misschien moet ik hem aanmelden als vrijwilliger.