Op de eerste augustus én negende dag van ons fietsavontuur zijn we aangekomen in Heilbronn. Een niet al te groot, maar toch zeker serieus te nemen stad in het zuiden van Duitsland. Voor mij was deze stad volstrekt nieuw en ik realiseerde me dat we, anders dan bij eerdere fietsvakanties, deze keer wat meer gevoel krijgen voor de plaatsen waar we langskomen doordat we er ook echt gaan kijken.
Toen we kampeerden of logeerden bij vrienden op de fiets adressen bleven we in onze fiets bubbel. Prima natuurlijk, maar daar wat uitkomen heeft ook iets.
We fietsten vijftig kilometer naar een stad met een serieus station. Stelden onderweg weer vast dat hier in Duitsland er nog wel sprake is van zondagsrust en dat met plastic betalen niet altijd maar vanzelfsprekend is. De route was wederom prachtig, hoewel we wat pech hadden met goede stopplaatsen. Toen we dan eindelijk een speelplaats vonden begon het werkelijk te plenzen en hebben we maar snel de resterende tien kilometer afgelegd.
Onderweg vonden we dan wel weer heel veel bramen. Het plukken van die dingen werd mij zo’n beetje met de paplepel ingegoten en het deed me deugd om te zien dat mijn kids de bramen ook kunnen waarderen. Ze strekten zich tot lange lengten om ze te pakken te kunnen krijgen.
Heilbronn was het doel dus, vanwege het station. Daar slapen we letterlijk naast. Handig. Met nog een dag of vijf te gaan, de trein naar huis geboekt en de wens om in Neurenberg ook wat tijd te hebben, keken we eens goed naar de planning. Als we alles zouden fietsen, wordt het bezoek aan Playmobilland lastig en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
We gaan dus nog een stukje treinen en zijn voornemens om dan op woensdag ons einddoel te bereiken. Opeens hebben we dus nog maar drie dagen te gaan! We gaan ervan genieten.