Hopelijk komen we met zijn allen ooit weer eens uit de lockdown en kunnen we dan weer eens op bezoek bij familie, een museum, een terras of een winkel. Om ons daar vast een beetje op voor te bereiden leek het ons handig om ons kersverse kleutermeisje reis- en museumklaar te maken.
Want tot hun vierde mogen de kids in de trein en in de musea op hun mooie ogen, maar daarna is er een toegangsbewijs nodig. In het geval van de trein is dat vrijwel gratis, maar een kleuter moet wel een eigen vervoersbewijs hebben. Ook de museumjaarkaart is voor kids tegen gereduceerd tarief maar moet vanaf het vierde jaar wel degelijk aangeschaft worden.
Dus de man vulde allerlei formulieren in en zo kwamen deze week twee pasjes voor de kleuterdochter binnen. Ze keek al een tijdje uit naar dat moment en was dus uitermate in haar nopjes toen ze haar eigen ov-chipkaart in handen kreeg. En nog geen twee uur later was het ding tot eenieders verbazing en frustratie spoorloos verdwenen.
De kleuterdochter had de kaart op zijn plek gelegd, hem weer meegenomen, was er helemaal naar boven meegegaan en had hem ook een tijdje aan mij gegeven. Ik herinnerde dat ik hem in de keuken had gezien en vond het voorstelbaar dat ik er in een verstrooide neiging tot opruimen iets mee had gedaan.
Ik kon me echter absoluut niet meer voor de geest halen wat ik er dan mee had gedaan en zag daarmee diezelfde geest al dwalen. Want vind het dan nog maar eens terug. Na het kijken op alle soort van logische plekken, legde ik me neer bij het feit dat we de kaart opnieuw moesten gaan aanschaffen.
Zo niet de man. Die heeft zich sinds het moment dat het pasje verdween zo’n beetje iedere tien minuten afgevraagd waar hij nog niet zocht en zette het hele huis op zijn kop. Het leidde tot wat irritatie aan mijn kant en het zingen van een zeker liedje uit Frozen.
Maar het moet gezegd worden, de aanhouder wint. Op woensdagavond, op het punt dat we naar bed zouden gaan, kreeg de man wederom een ingeving en besloot in het emmertje met stiften te kijken. Daar bleek het ding dan in te zitten.
Het triomfantelijke ‘Houston, we got him’ was volledig op zijn plaats.