De peuterdochter is in zo’n fase beland waarin ze geregeld hilarisch uit de hoek komt. Ze zit trouwens in nog veel meer fases hoor. Namelijk ook in de ‘ik wil continu televisie kijken’ fase. En de ‘ik trek hoe dan ook mijn eigen plan’ fase. En ook nog in de ‘wat mijn broer en zus hebben, moet ik ook hebben en wel nu’ fase.
Van met name die derde fase vraag ik me inmiddels af of die ooit over zal gaan en ergens hoop ik eigenlijk van niet. Of in ieder geval niet helemaal. Gezien haar erfelijke belasting met allerlei zeer eigenwijze genen zal dat geloof ik wel goed komen.
Anyway, we hebben de afgelopen dagen weer erg gelachen om onze jongste telg. Ik ging haar op woensdag ophalen bij het kinderdagverblijf en ik was betrekkelijk laat. Even voor de goede orde, ik was niet té laat, want ik had nog een half uur, maar ze was wel het laatste kindje.
De juf en zijzelf vertelden dat er fijn gespeeld was en dat ze aan het eind van de dag ook nog had mee geholpen. Ze had geassisteerd bij de was en daarna een chocolaatje gekregen. Dat had ze wel wat gevonden. Enthousiast legde ze uit dat ze thuis ook wel wilde helpen met de was. ‘En dan wil ik ook een chocolaatje mamma’ werd er snel toegevoegd.
Eerder deze week kwam de man naar boven na een dagje (thuis) werken. Ik deed iets met het diner en de peuterdochter keek naar een programma over eenhoorns. Althans, dat dacht ik, want ze hield ons beter in de gaten dan ik doorhad.
De man en ik gaven elkaar een knuffel en verbaasd klonk het vanaf de bank ‘hé, zijn jullie ook vrienden?’ Waarom haar dat nu opeens opviel is mij werkelijk een raadsel, maar grappig vond ik het wel.