Ergens de afgelopen week ontstond bij de groepvierzoon een grote interesse voor vleermuizen. Hij ging op school naar de bibliotheek en koos daar een boek over dieren. Één van de dieren bleek een vleermuis en de interesse was gewekt.
Na flink wat zoeken naar plaatjes van en programma’s als klokhuis en Freek Vonk over de beesten kan ik wel stellen dat de interesse zelfs overging in een soort liefde. Hij weet inmiddels van alles over deze vliegende zoogdieren en heeft zich ook bekwaamd in het tekenen er van.
In zijn enthousiasme nam hij de groepdriedochter mee. Ook zij weet nu het één en ander te vertellen over de nachtelijke diertjes en deed ook mee met het tekenen er van. Best geslaagd zo vond ze zelf (en ik ook trouwens) en zelfs haar broer keurde het goed.
De groepdriedochter wist heel trots te vertellen dat ze laatst vleermuizen had gezien toen ze in het schemerdonker naar huis was gefietst. Dat vond de groepvierzoon niet eerlijk en zo werd het uitje van deze luie zondag een vleermuizenjacht aan het begin van de avond.
Ze had er wel 27 gezien, aldus de groepdriedochter. De mannen meenden dat ze er drie zagen, maar één daar van heel vaak. Hoe het precies zit durf ik niet te zeggen, maar de jacht was geslaagd. Dit was duidelijk zijn geluksdag, zo wist de groepvierzoon te vertellen. Zo simpel kan het dus zijn.