Je mag gaan bellen, zo zei mijn collega die me vandeweek kwam aflossen na een avonddienst. Ik keek haar vast heel glazig aan, want er kwam meteen verduidelijking. De flexer* die in de nachtdienst stond, had zich rijkelijk laat afgemeld en zodoende hadden ze iemand te weinig voor de nacht.
Bellen, op zondagavond om half elf, met de vraag of de gebelde misschien wil komen werken, is natuurlijk een nogal kansloze missie. Maar schijnbaar is dat onderdeel van het te doorlopen stappenplan. Hoe dat stappenplan verder in elkaar steekt weet ik niet, en het doet er ook niet echt toe. Feit is dat het toch buitengewoon lastig, zoniet onmogelijk is, om op een dergelijk moment nog ergens een collega vandaan te toveren.
Met een andere avonddienst collega keek ik eens naar de bezetting van de dag er op. We besloten dat het mogelijk moest zijn om mijn dienst daar op te vangen en zo had ik een primeur. Werken van drie uur ‘s middags tot vijf uur ‘s morgens had ik nog nooit eerder gedaan.
Ideaal is bepaald anders, maar ik was ergens toch wel blij dat ik kon bijdragen aan een oplossing. En ik wilde toch al graag een keer een nachtdienst mee doen om te zien hoe de zorg er dan aan toe gaat en om te proberen of het wellicht iets voor mij zou kunnen zijn. Die missie is geslaagd.
Het levert ook heerlijk belabberde foto’s op.