Dementie heeft zijn weerslag op zo’n beetje alles en dus ook op het vermogen om evenwichtig te eten. In de eerste plaats zijn mensen met dementie meestal niet meer goed in staat om in te schatten wat voor eten nu gezond en zullen ze doorgaans vooral voor ‘lekker’ (lees: zoet/vet/ongezond) kiezen.
Ten tweede gebeurt het vaak dat mensen wat ontremd eetgedrag hebben. Ze weten niet meer dat ze al gegeten hebben en ze kunnen ook niet goed meer aanvoelen dat ze al vol zijn. Het gevolg daarvan is dat mensen rustig drie of vier keer gaan ontbijten als je ze hun gang laat gaan.
Er is ook de andere kant en die zie je geregeld bij verder gevorderde dementie, de mensen die niet willen eten. Dat is zeker net zo lastig als mensen die teveel eten en misschien nog wel lastiger. We willen en kunnen mensen niet dwingen om te eten, maar de gevolgen van te weinig of te eenzijdig eten zijn uiteraard groot.
Vandaar dat sommige mensen op onze afdeling extraatjes krijgen. Een klein hapje met veel calorieën, een eiwitrijk drankje, pudding met wat toegevoegde voedingsstoffen en er valt nog veel meer te bedenken.
De voedingsassistenten zorgen ervoor dat de juiste extraatjes bij de juiste persoon terecht komt en maken daarbij gebruik van een sticker systeem. Heel simpel; er gaat een sticker met een naam op het betreffende extraatje. Zeer effectief.
Nadat ik vanmiddag wat jaloers had gekeken naar het stoofvlees dat voor onze bewoners op het menu stond, besloot een lieve collega mij te voorzien van een extraatje. Een restje van het vlees, wat anders weg was gegooid, deed ze op een bordje en ze plakte er een sticker met mijn naam op.
Zo simpel kan het soms zijn. Want behalve dat ik blij was met het restje stoofvlees, dat is namelijk heel erg lekker, moest ik ook onbedaarlijk lachen om de geplakte sticker.