Toen de man hoorde van mijn idee om een camping in Friesland op te zoeken was vermoedelijk zijn allereerste gedachte ‘hoe ver is dat fietsen?’ Het bleek ongeveer 300 kilometer te zijn en dus kwam al vrij snel de suggestie om een tussenstop in Dalfsen in te lassen. Dan kon hij toch op de fiets.
Dus waren wij donderdagochtend thuis druk met het inpakken van de laatste spullen, de man moest stiekem nog iets op het werk regelen, ik nam de vakantieboodschappen in ontvangst en haalde samen met de groepvierzoon de gehuurde auto op bij het vliegveld.
De man origamide de hele handel in het vehikel en trok toen zijn fietsoutfit aan. Ik stopte de kinderen in de auto en zo vertrokken we gescheiden naar Dalfsen. De rit verliep tamelijk soepel, hoewel ik twee uur rijden al saai vond. Nog goed dat we niet naar Tsjechië hoefden.
Tegen een uur of drie kwamen we bij opa en oma en daar was het, niet verrassend, ook al warm. En dus had opa een badje en een mega opblaasbare unicorn opgetuigd. Tot groot genoegen van de beide meisjes. Ze zijn er de rest van de dag mee zoet geweest.
We zaten gezellig in de tuin, aten lekker en tegen zeven uur kwam ook de man aangefietst. Hij legde precies honderd Engelse mijl af. Je moet er maar zin hebben. Dat had hij gelukkig, dus hij was blij.
Een heerlijke tussenstop en eerste dag van onze vakantie al met al. Morgen tuffen we heel relaxed verder door naar het noorden en de man gaat een iets korter stukje fietsen. Op naar de lanterfanter camping.