Één van dingen die ik me voornam om te doen in mijn vakantie is bijslapen. Ik ben van het soort dat doorgaans niet al te vroeg naar bed gaat, ‘s avonds rond een uur of negen heb ik meestal het idee dat de dag lekker op gang komt.
Als ik zou slapen volgens mijn natuurlijke klok zou dat denk ik in het ideale geval tussen middernacht en acht uur ‘s morgens zijn. En om zes uur in de ochtend, mijn wekker gaat dan vaak, ben ik echt nog heel ver in slaap.
Een soort structureel slaaptekort is het gevolg, want die wekker gaat nu eenmaal en ondanks vele pogingen is het mij nog niet gelukt om eerder naar bed te gaan.
Vandaar dus de bijslaapmissie. De kinderen vermaken zich meestal prima vanaf het moment dat ze wakker worden tot op een voor mij fatsoenlijk moment in de ochtend, en daarmee gaf ik mijn missie een aardige kans.
De tropische toestand gooit echter roet in het eten. Meestal vind ik het wel prima om in het warmste deel van het land te wonen, maar nu het kwik hier al een paar dagen naar 35 graden stijgt is het toch wat veel van het goede.
Slapen met deze temperaturen valt nog niet mee. Vooral op de tweede verdieping, onder een plat dak in een huis waar de hele dag de zon op stond. Vroeg naar bed gaan is voor niemand een optie hier in huis. En zeker niet voor mij, want zo ‘s avonds laat is het eindelijk wat aangenamer.
Nu kan ik er lang of kort over klagen, daar gaat de temperatuur echt niet van veranderen, dus we doen het er maar gewoon mee. De groepdriedochter maakte vanavond heel blij haar deken nat en de groepvierzoon verving zijn knuffel door een waterfles. De peuterdochter slaapt gewoon met een unicorn. Dan is er sowieso niets aan de hand.