Samen met de peuterdochter ging ik op kraamvisite. Het was een wat vertraagde variant, want het betreffende babyjongetje werd al in maart geboren. Maar ja he, corona…
Dat alle maatregelen sommige groepen onevenredig hard raken wisten we natuurlijk al lang. Maar bij deze groep sta je wellicht niet meteen stil. De geboorte van een kind is sowieso een bijzondere en in het geval van complicaties een spannende gebeurtenis. Maar met de Covid maatregelen erbij is het ook snel een eenzame tijd geworden.
Naar mezelf kijkende zou ik geloof ik niet goed weten of ik die continue behoedzaamheid en eenzaamheid bij het hele hormonale gebeuren rond het bevallen getrokken zou hebben. En ik kan me zomaar voorstellen dat er een hele berg kersverse moeders is, die wel wat hulp bij de verwerking van deze toestanden kan gebruiken.
Terug naar onze kraamvisite. De peuterdochter en ik kochten in de stad een cadeautje voor de mamma en baby en gingen in de bus. Aan het idee van een baby moest de peuterdochter even wennen. Het concept dat een baby eerst bij de mamma in de buik zit en daarna opeens geboren wordt, wilde er nog niet echt in. Ze besloot ook dat ze zelf niet geboren werd. Maar dat ze gewoon jarig is op haar geboortedag.
De beschuit met blauwe muisjes wist ze dan wel weer te waarderen en tegen de tijd dat ze wat ontdooid was, vond ze het ontzettend lieve en schattige en mooie babymannetje dan toch een beetje interessant. Dat hij bij zijn mamma dronk vond ze overigens wel weer aardig. Maar hij moest nog wel leren dat drinken alleen voor in bed is.
Achteraf realiseerde ik me dat we hier een groot verschil met de groepdriezoon en de kleuterdochter hebben. Die twee kregen beide op tweejarige leeftijd een zusje en daarmee was een baby volledig vanzelfsprekend. Voor de peuterdochter daarentegen was een baby een volstrekt nieuwe ervaring.
Op de terugweg in de bus bleek dat ze wel hetzelfde als haar broer en zus reageerde. Er moest een pop bij haar drinken. Ik heb er snel heel trots een foto van gemaakt. Ze kreeg het goede voorbeeld.