De dreumesdochter sliep en met het oog op de mogelijke aanvulling op de knutselspullen besloot ik in een vlaag van verstandsverbijstering dat onze huidige voorraad toe was aan een grondige opruimbeurt.*
Vandaar dat ik alles uit de kast haalde, letterlijk hè, en kritisch keek naar al het materiaal. We verzamelden de afgelopen jaren bergen krijtjes, potloden, kleurboeken, gummetjes en meer van dat soort spul.
Kapot of te slechte kwaliteit waren de criteria die leidden tot afvoeren van spullen. Die stapel werd nog verrassend groot.
Uiteraard besloot de dreumesdochter zo’n beetje halverwege het proces dat haar middagdutje wel lang genoeg geduurd had. Zo’n tafel vol spullen als je beneden komt is een feestje op zich.
Terwijl ik de spullen die mochten blijven sorteerde en opruimde tot een frisse collectie creatief materiaal, bekeek mijn dreumesmeisje eens of er iets te peuteren en wriemelen viel.
Dat was er, en dat bracht mij in dubio. Ze zat heerlijk te spelen met een gratis gekregen boekje met stickerdingen. Dat boekje was in de basis prima bruikbaar bij knutselactiviteiten. Het spel van de dreumesdochter droeg bepaald niet bij aan deze bruikbaarheid.
Het boekje zou sneuvelen als ze doorging, maar ze speelde wel heel fijn. En dat is toch ook wat waard.** Ik heb haar laten spelen. Sterker nog, ik sloop er op mijn tenen omheen om haar toch maar niet te storen in haar spel.
Het supergefocusde dreumesgewriemel vind ik namelijk zo mogelijk nog mooier dan een slapende dreumes. We hebben er daarmee allebei van genoten.
*Als ik deze zin in mijn examen Nederlands zou gebruiken, zou ik bij deze gezakt zijn. Meer dan dertig woorden, hoe durf ik…
** Weer gezakt. Zinnen beginnen niet met en. Dat kan niet. Punt.