In navolging op het stuk over volwassen schermtijd heb ik ook nog wel iets te melden over het beeldschermgedrag van de peuterzoon en dreumesdochter. De inspiratie daarvoor komt van Kiind (leuk (online) magazine!); zij publiceerden eerder dit jaar een stuk over beeldschermgebruik door jonge kinderen.
Laat ik eens beginnen met mijn voornemens in de tijd dat de peuterzoon überhaupt nog geboren moest worden. Ik had heel idealistisch bedacht dat ik die schermen alleen maar heel sporadisch en vooral ook heel educatief in zou zetten. Leuk bedacht…
De eerste twee jaar gingen uitstekend. Als baby was de peuterzoon net zo blij met een babygym ter entertaining en als dreumes vond hij de tv maar saai. Het nut van een tablet of telefoon zag hij al helemaal niet.
Maar toen werd er een klein zusje geboren en ontdekte hij dat dat bewegende gedoe aan de muur best vermakelijk was. Ik vond dat eigenlijk wel heel handig, want zo kon ik het nieuwe zusje even rustig in bed gaan leggen.
Inmiddels zijn we zo ver dat de peuterzoon het liefst de hele dag tv zou kijken en hij een spelletje op de iPad ook weet te waarderen. Beiden inspireren hem trouwens wel heel erg tot spelen, maar dat even terzijde. En ook de dreumesdochter vindt het heerlijk om tv te kijken.
In het stuk van Kiind las ik dat die beeldschermen niet zo goed voor de taalontwikkeling zijn als wel eens door deze en genen bepleit wordt. En ook het passieve consumeren zou niet erg goed zijn. Nu maak ik me over de taalontwikkeling hier in huis weinig zorgen, beide kinderen kletsen me de oren van het hoofd, maar dat passieve vind ik wel eens lastig.
Want waar de peuterzoon eindeloos speelinspiratie vindt door de televisie, kan de dreumesdochter heerlijk zitten staren. En dat komt dan weer niet zo gezond over. Dilemma dus, de één gaat er van spelen, de ander staren. En er wordt eindeloos om gezeurd.
Ik pleit gewoon wederom voor mooi weer, dan is dit hele issue niet aan de orde. Verder vermoed ik dat alles na de zomer anders zal gaan, als de dan kleuterzoon naar school is, zien zijn dagen er heel anders uit. Tot die tijd schipper ik nog maar wat verder.