X

Klein leed: knak

Nadat we ’s middags lekker in de speeltuin speelden, vond de man bij thuiskomst dat er nog wel even een pakket naar het postkantoor gebracht kon worden. Project bed heeft iets meer voeten in aarde dan gedacht en er moeten, eigenlijk meteen, wat onderdelen omgewisseld worden. Dat er ergens in de verte wat onheilspellend gerommel klonk negeerden de dreumesdochter en ik maar even.

Toen we een kwartier later weer naar huis gingen, besloot ik er toch maar wat extra tempo in te gooien. Het werd behoorlijk donker en de eerste druppels vielen al naar beneden. We waren gelukkig binnen voor het geweld losbarstte. Ik geloof dat we met de ergste bui van de afgelopen paar jaar van doen hadden. Er kwam in heel weinig tijd heel veel water uit de lucht. Een deel daarvan in de vorm van hagelstenen.

Daarbij hadden we de pech dat de wind precies tegen de voorkant van ons huis waaide. En daarmee ook tegen het balkon waar onze mooie nieuwe plantenbak met verse plantjes die het tot dat moment uitstekend deden.

 

Daar werd vrij bruut een einde aan gemaakt. De hagelstenen hadden een behoorlijk formaat en het balkon en de straat zagen werkelijk wit van het ijs. Daar konden mijn, niet eens meer zo heel erg kwetsbare plantjes, toch echt niet tegen. Ze zijn geknakt. Wat een treurigheid. Van de ieniemienieplantjes die uit de moestuintjes kwamen is werkelijk helemaal niets meer over. De munt en de tomaat lagen heel sneu tussen de hagelstenen. En zelfs de lavendel in één van de andere bakken lijkt terziele.

’s Avonds knapte het al snel weer op. Al het ijs smolt weer weg en er was na een uur weinig meer te zien van het geweld dat plaatsvond. Ik overwoog zelfs nog om nog een rondje te gaan fietsen. Verder dan overwegen kwam ik niet, want ik viel in slaap toen ik de dreumesdochter in slaap voedde. Geheel in lijn met een trend ‘het nieuwe uitslapen’.

Later op de avond deed ik ergens gedurende het opruimproces nogal verongelijkt mijn beklag bij de buren over mijn arme geknakte plantjes. Daarop relativeerde de buurman droog:

‘Nou, dan hebben jullie in ieder geval ijsbergsla.’

I rest my case.

Bianca: