X

Omdraaimoment

Dat planning en logistiek niet direct tot mijn kwaliteiten behoren is geen geheim. Tot september van het afgelopen jaar schreef ik vier kwartalen lang mooie leerdoelen om er toch enige verbetering in te krijgen.

Ik ben buitengewoon gelukkig met de secretaresses en planners die in het dagelijks werk ondersteunen en dat het privé niet vaker in de soep loopt mag een wonder heten. Het managen van een gezin als werkende ouders is wat mij betreft hogere wiskunde. Nog goed dat de man nogal goed is in wiskunde.

De combinatie van wat matige plancapaciteiten en een eeuwige drive om altijd maar nieuwe dingen te willen doen en alles leuk te vinden is ook best een ingewikkelde. Hoewel ik werken onder een beetje tijdsdruk best kan waarderen, moet ik wel oppassen dat ik niet te enthousiast allerlei dingen toezeg die ik helemaal niet waar kan maken.

Sinds ik naast het werk in de ouderenzorg ook wat ‘bijbeun’ op een huisartsenpost vrees ik altijd een beetje voor een per ongeluk dubbel geplande dienst. Ik hou dat dus angstvallig in de gaten maar desondanks ging ik dit weekend toch wat onderuit.

Sinds een paar weken horen nachtdiensten ook bij het takenpakket van de verpleegkundig specialisten van Oktober. Bij het plannen van de diensten was ik dat even vergeten. Zo kon het gebeuren dat ik vrijdag aansluitend aan mijn werkdag gedurende de avond en nacht oproepbaar was én me zaterdagochtend om tien uur mocht melden op de huisartsenpost. Gevalletje minder handig.

Die oproepdienst was drukker dan ik leuk vond en tegen de tijd dat de dienst van zaterdag op zijn eind liep, was ik er behoorlijk klaar mee. Ik was moe en een beetje boos op mezelf dat ik dit nou weer zo voor elkaar had weten te krijgen.

Maar goed, er moest gewerkt en ik haalde nog maar een kopje koffie voordat ik de volgende patiënt ging halen. Het was een meneer die flink door zijn enkel was gegaan. Ik keek hem eens na en kwam tot de conclusie dat het allemaal wel meeviel en al uitleggend over enkelbandletsels en inversietrauma’s legde ik een drukverband aan.

‘Wat bent u een fijne arts’, zei de meneer welgemeend terwijl ik daar mee bezig was. Ik denk dat ik hem daarop wat verbaasd aankeek. Die had ik niet zien komen. Ik legde snel uit dat ik geen arts ben*, waarop de meneer zijn compliment in iets andere woorden herhaalde.

‘Wat fijn om te horen’ heb ik vervolgens gezegd. En dat was ook echt het geval. Ik ging van moe en mopperig naar moe maar voldaan.

Nu ik weer een beetje bijgeslapen ben, realiseer ik me de impact van het compliment. Verrassend eigenlijk hoe betrekkelijk makkelijk je iemands dag met zoiets om kunt draaien. Mooi inzicht al zeg ik het zelf. Misschien kan ik zelf ook wel eens wat omdraaimomenten maken.


*) ik stel me altijd netjes voor als verpleegkundig specialist, maar dat beklijft vaker niet dan wel

Foto: het jongste kind maakt haar pop beter. Heeft niet bijzonder veel met dit verhaal te maken, maar is wel buitengewoon schattig.

Bianca: